3 juni: Regen in de Everglades

Vandaag vertrekken we weer naar onze volgende locatie, de Everglades. In Outrigger hoef je pas uit te checken tegen 12 uur, dus we maken nog een wandeling op het strand. Wesley duikt nog even de zee in, deze keer vindt hij geen mooie schelpen.

Tegen de middag laden we de koffers in en vertrekken verder richting het zuiden. We hebben eerder deze week een koelzak gekocht, die we vullen met ijs om ons eten en drinken hopelijk koud te houden tot we in het volgende hotel zijn. Onderweg stoppen we in Dunkin’ Donuts voor een laat ontbijt (eigenlijk al lunch). We kiezen allebei 2 donuts uit, Wesley drinkt een Iced Macchiato en ik een Vanilla Chai. Ik voel de glazuur van mijn tanden bijna oplossen. Zo zoet!

Wanneer we door de Everglades rijden begint het hard te regenen. Ze zijn ons niet goed gezind, want de vorige keer dat we hier waren zijn we echt uitgeregend. We reden toen midden in een zware onweersbui. Iedereen ging langs de kant van de weg staan omdat je geen meter meer zag door de stortbui. Nu is het gelukkig niet zo erg.

Vandaag rijden we enkel de Loop Road, een 24 mijl lange weg (deels asfalt, deels onverhard), die gelijk loopt met de Tamiami Trail, de “snelweg” door de Everglades. Hier zouden veel beestjes te zien zijn, vooral alligators die soms midden op de weg liggen. We willen op tijd in het hotel zijn om ons eten en drinken in die koelkast/diepvries te leggen en vroeg in bed te kunnen kruipen. Morgen verkennen we de rest van de Everglades.

We zijn nog maar net begonnen aan de 24 mijl als ik een grote soft shell turtle langs de kant van de weg zie liggen. Het beestje blijft mooi poseren voor de camera. Lang kunnen we niet uit de auto blijven, want de muggen hangen in zwermen rond ons om hun bloedvoorraad aan te vullen.

Een beetje verder zwemmen een aantal jonge alligators in het water. Eentje houdt ons goed in het oog van tussen de struiken. Nog wat verder komt een grote alligator ons van dichterbij bekijken als we stoppen.

Als we verder rijden zien we nog alligators in het water liggen op verschillende plaatsen, maar hier nemen we geen foto’s meer van. Het wordt erg als je tegen elkaar zegt: “Hier stoppen we niet meer, we hebben al genoeg gators gezien en er al honderden foto’s van gemaakt.” 🙂

Opeens zie ik een grote alligator langs de kant van de weg liggen. Dit is wel interessant! Wesley gaat voorzichtig een beetje dichterbij om foto’s te maken. Hier passeren elke dag veel mensen en je merkt dat de gators dit gewoon zijn. Toch voorzichtig zijn en afstand houden, je weet nooit of ze honger hebben of een slechte dag hebben…

Op en langs de weg zitten veel sprinkhanen. Wesley moet moeite doen om ze allemaal te ontwijken. Er zitten ook veel zwarte gieren. Deze zijn ondertussen al berucht voor het “aanvallen” van auto’s. Als je je auto een tijdje op een parking laat staan in de Everglades om te gaan wandelen, durven ze alle rubber kapot trekken. Het park voorziet zeilen om je auto te beschermen.

Wanneer we in het midden van de Loop Road zijn begint het zachtjes te regenen, maar dit gaat snel over naar stortregen. We rijden op een onverharde weg waar het al snel gevaarlijk wordt om verder te rijden. Er zijn putten in de weg die opgevuld zijn met water, maar waarvan je niet weet hoe diep ze zijn. We schrikken soms van de heel diepe putten en Wesley begint een beetje te vrezen voor onze banden. We willen hier echt geen platte band krijgen. Als we terug op de snelweg zijn, zijn we allebei opgelucht dat we het gehaald hebben en met een SUV rijden. Een gewone lage auto zien we dit niet doen.

We rijden verder naar ons hotel, de komende 2 nachten slapen we in Fairway Inn in Florida City. Hier hebben we vorige keer ook goed geslapen. Naast het hotel is een KFC, waar Wesley opnieuw een hamburger kan afvinken van zijn checklist. We stoppen ook nog even in een CVS voor de bugspray, eindelijk…

We checken in, zetten onze koffers op de kamer en kruipen ons bedje in. Het licht gaat snel uit, we zijn allebei moe.